Reisverslag Sri Lanka februari 2014

Onlangs heb ik een bezoek gebracht aan Sri Lanka in gezelschap van enkele donateurs. Om drie uur ’s middags vertrekken we vanaf Amsterdam, de volgende morgen zijn we om negen uur, lokale tijd, in Colombo. Tijdens de rit naar ons hotel in Negombo worden we gewezen op de verbeterde wegen, de gerenoveerde hotels met gestegen prijzen en veel toeristen. In de middag bevestigen we per telefoon de gemaakte afspraken voor de komende dagen. ’s Avonds hebben we een ontmoeting met bestuursleden van een bevriende stichting.

De volgende ochtend vertrekken we vroeg naar de provincie Uva, waarvan Moneragala de hoofdstad is. Deze keer bezoeken we de National School in Medagama, met ruim duizend leerlingen veruit de grootste van onze acht scholen. We hadden geregeld dat hier ook enkele leraren en de armste kinderen van de andere scholen aanwezig zijn. De laatsten vooral omdat we bij deze gelegenheid meer dan honderd paar schoenen uitdelen aan degenen die dit het hardst nodig hebben. Met de aanwezige leraren en onze begeleiders spreken we de programma’’s door. Naast een grote dankbaarheid voor wat we al doen komen er toch wat tips waarvan we de noodzaak en haalbaarheid zullen bekijken.

In Sri Lanka zijn kinderen leerplichtig (waar niet iedereen zich aan houdt) tot zestien jaar, in wat zich het beste als een basisschool- plus laat omschrijven ( O-level). De betere leerlingen gaan nog twee tot drie jaar door voor A-level, beetje vergelijkbaar met ons middelbaar onderwijs. Hierna kan men door naar hoger onderwijs, zelfs universitair. De instap naar een universiteit ligt echter ook hier, behoorlijk lager dan bij ons. De echt volledig afgestudeerden zijn qua niveau wel  vergelijkbaar. Wij hebben al eerder gesteld ook naar vervolgopleidingen te willen kijken, financieel helpen we al op individuele basis. De door mij zo gewenste ambachtsschool is nog een brug te ver.

Op de foto links ziet u  Lokshika  Balapitiyage (7-6-1997), rechts staat  Irosha  Sanjeewani  (9-3-1996) beiden uit arme gezinnen in de omgeving van Bibile. De meisjes zijn opgevallen door hun werklust en goede resultaten, waardoor ze aan hun A-level zijn begonnen en volgend jaar hopen af te ronden. Het doel van beide dames is een opleiding tot arts te kunnen volgen, waarbij wij onze financiële steun hebben toegezegd. Wij zullen u hiervan in de toekomst op de hoogte houden. Uitgezwaaid door honderden kinderen, die zo weinig hebben en met zo weinig tevreden zijn, voel ik me een beetje opgelaten. Het gevoel van onmacht probeer ik te blussen met het idee dat we in ieder geval iets kunnen betekenen.

Ons volgende doel is het Anna-Wilhelmina kindertehuis  in Madampella,  waar we bij de bouw in 2006 een behoorlijke sponsor waren. Sindsdien dragen we jaarlijks 5.000 euro bij in de exploitatie. We hebben hierover al eerder bericht, een prachtig project, prima geleid en onderhouden, waar onze giften goed en volledig besteed worden. Een vijftigtal kinderen wordt hier ,als in familie, opgevangen, gaan naar naburige scholen en worden in de vrije tijd beziggehouden met sport, spel en bijlessen  Ik ben ervan overtuigd dat deze kansarme kinderen straks als volwaardige burgers de maatschappij in gaan. Omdat we er nu tijd voor hebben gaan we ,na eerdere uitnodigingen , naar het al jaren geleden gestarte project in Kurunegale. Begonnen met een weeshuis voor 24 kinderen, in een nieuw gebouw, die naar lokale scholen gaan en waar de leiding er alles aan doet om een familie-gevoel  te creëren. Een paar kilometer verderop is sinds vorig jaar een kleuterschool voor kinderen tot vijf jaar. Dit gebouw wordt tevens door de volwassenen gebruikt als buurthuis voor cursussen en bijeenkomsten van de lokale bevolking. Ik neem mij voor aan ons  bestuur te vragen ook hier een beetje te helpen, temeer omdat ook de plaatselijke bevolking naar vermogen probeert bij te dragen in dit goede project.

 

Ik bedank mijn reisgezelschap voor de getoonde interesse en het geduld en we belonen onszelf met twee toerist-dagen. Ook de terugreis verloopt zonder problemen, heb er toch weer van geleerd.

Jan Verbeek